Na het onderkennen van de gevarenbronnen is het vaststellen van de aanwezige ventilatie in de omgeving van de gevarenbron de volgende stap. Bij gasontploffingsgevaar kan worden gekeken naar de situaties uit de linkerkolom van de tabel.
Er zijn meerdere mogelijkheden om de beschermingswijzen van elektrisch materieel te regelen.
In de NEN-EN 13463-8, Niet-elektrisch materieel voor plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen - Deel 8: Bescherming door onderdompeling in vloeistof „k” zijn eisen opgenomen voor niet-elektrisch materieel met bescherming door onderdompeling in vloeistof.
Werkgevers dienen al het mogelijke te doen om een explosieve atmosfeer te voorkomen. Om aan dit fundamentele beginsel conform artikel 3 van de ATEX 137 te voldoen, moet voor de beoordeling van explosierisico’s eerst worden nagegaan of er onder de gegeven omstandigheden een gevaarlijke explosieve atmosfeer...
Hieronder zijn verschillende formulieren te downloaden die u kunt printen en invullen.
Opdrachtgever en opdrachtnemer hebben baat bij herkenbare, uniforme veiligheidsinstructies op de verschillende bedrijfsterreinen. Dit geldt in het bijzonder voor de werkvergunningsprocedure.
Uit de bedrijfsinstructies voor werkplekken met explosierisico’s, het explosieveiligheidsdocument of de werkvergunning moet blijken waar welke explosierisico’s aanwezig zijn en eventueel welke persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) er moeten worden gedragen.
Na het onderkennen van de gevarenbronnen is het vaststellen van de aanwezige ventilatie in de omgeving van de gevarenbron de volgende stap. Bij stofontploffingsgevaar kan worden gekeken naar de situaties uit de rechterkolom van de tabel.
Bij elektrisch materieel met drukvaste omhulsels worden de delen die een explosiegevaarlijke atmosfeer kunnen ontsteken, ingesloten in een behuizing.
Bij elektrisch materieel met olievulling wordt het materieel of delen ervan ingesloten in olie. Daardoor kan een explosiegevaarlijke atmosfeer boven het olieoppervlak of buiten de behuizing niet ontstoken worden.