De distributie van elektriciteit vindt in de regel plaats via een symmetrisch driefasensysteem. Bij LS is er sprake van een viergeleidersysteem. Door de onderlinge faseverschuiving van 120° ontstaat de situatie dat er in de vierde geleider (nulleider) geen stroom loopt.
Bij een meergeleidersysteem is de optimale situatie dat alle fasegeleiders gelijk worden belast. Hierdoor wordt niet alleen de installatie optimaal gebruikt (minimale verliezen en maximaal rendement van de componenten), maar wordt ook het voedende net gelijkmatig belast waardoor de spanning symmetrisch...
Bij de constructieve eisen werden er twee van belang zijnde uitgangspunten genoemd voor de bescherming tegen elektrisch aanraakgevaar. Er werd gesteld dat elk verdeelsysteem voorzien moet zijn van een beschermingsleiding (PE) om de voeding automatisch te kunnen uitschakelen. Dit dient: a ter bescherming...
Verificatie van het gedrag tijdens kortsluiting (ook wel kortsluitvastheid genoemd) van het verdeelsysteem kan achterwege blijven als er sprake is van onderstaande gevallen.
Bij controles of inspecties van schakel- en verdeelinrichtingen wordt frequent gebruikgemaakt van een thermografische camera. Op voorhand kan gesteld worden dat dit nuttig is, maar de inspecteur moet wel goed weten wat hij doet.
Grote asymmetrische belastingen veroorzaken onnodig capaciteitsverlies en energieverliezen. Het verdient dan ook sterk de voorkeur om belastingen over drie fasen te verdelen. In dit onderdeel van de Kennisbank Power Quality wordt hier dieper op ingegaan.
Deze verificatie van de temperatuurstijging wordt uitgevoerd op een verdeelsysteem onder normale omstandigheden, om te controleren of de temperatuursverhogingen, opgegeven in Kelvin (K), binnen aanvaardbare grenzen blijven.
EMC-testen zijn alleen noodzakelijk als ingebouwde elektronische apparatuur niet door de fabrikant op EMC getest is.
Indien een component wordt uitgewisseld, bijvoorbeeld omdat een component defect is, kunnen er twee situaties optreden:
Bij het testen van de materiaaleigenschappen wordt beoordeeld of de toegepaste materialen degelijk genoeg zijn om te voldoen aan de constructieve en elektrische eisen die men mag verwachten van een veilig en degelijk product.