Indien een verdeelsysteem niet door het uitvoeren van temperatuurtesten wordt geverifieerd, maar door berekeningen, geeft het voorschrift aanwijzingen voor de interne kabeldoorsnede.
In schakel- en verdeelsystemen voeren ingebouwde (schakel) componenten, alsmede interne bedrading en eventueel aanwezige railsystemen, stroom. Hierdoor ontstaat dissipatie I2R: warmte ontwikkeling die leidt tot temperatuurstijgingen.
Een goed thermisch ontwerp houdt in dat wordt voldaan aan de basiseis, namelijk dat de temperaturen bij normale bedrijfsomstandigheden niet hoger worden dan maximaal volgens de norm toegestaan.
Indien de ingebouwde componenten zijn bedraad met PVC-geïsoleerd installatiedraad, mag de maximale temperatuur van deze draad niet worden overschreden. Vaak wordt er binnen verdeelsystemen met 90 oC PVC-draad gewerkt (dit in tegenstelling tot elektrische installaties, waarin doorgaans 70 oC PVC-isolatie...
Vermogensschakelaars hebben de gewoonte tijdens het onderbreken van grote stromen 'af te blazen'. Dit betekent dat de hete gassen die bij de onderbreking als een gevolg van de lichtboog in de vermogensschakelaar ontstaan, uit de schakelaar vrijkomen.
Ten aanzien van verplaatsbare elektrische apparaten moeten volgens de NEN 3140 de volgende zaken worden gemeten en/of beproefd, voor zover van toepassing:
Bij een verdeelsysteem dient men een minimale hoeveelheid gegevens te verschaffen, die op het in de kast bevestigde typeschild of in de bijgeleverde technische informatie moeten worden vermeld.
Bij de bepaling van de plaats en het aantal schakel- en verdeelinrichtingen moet worden gekeken naar:
Is het toegestaan om een vloerverwarming die vast is aangesloten op de installatie te testen met de meting "vervangende lekstroom" bij een NEN 3140 inspectie i.p.v. een isolatie weerstandsmeting?
Naar aanleiding van het artikel over stroomstelsels, heb ik een vraag over het aanpassen van een TN-C stelsel naar een TN-C-S stelsel.