Een beschermingsleiding in het verdeelsysteem moet zo zijn ontworpen dat deze bestand is tegen de hoogste thermische en dynamische belastingen die ter plaatse van de installatie kunnen optreden.
Indien een verdeelsysteem niet door het uitvoeren van temperatuurtesten wordt geverifieerd, maar door berekeningen, geeft het voorschrift aanwijzingen voor de interne kabeldoorsnede.
In schakel- en verdeelsystemen voeren ingebouwde (schakel) componenten, alsmede interne bedrading en eventueel aanwezige railsystemen, stroom. Hierdoor ontstaat dissipatie I2R: warmte ontwikkeling die leidt tot temperatuurstijgingen.
Een goed thermisch ontwerp houdt in dat wordt voldaan aan de basiseis, namelijk dat de temperaturen bij normale bedrijfsomstandigheden niet hoger worden dan maximaal volgens de norm toegestaan.
Indien de ingebouwde componenten zijn bedraad met PVC-geïsoleerd installatiedraad, mag de maximale temperatuur van deze draad niet worden overschreden. Vaak wordt er binnen verdeelsystemen met 90 oC PVC-draad gewerkt (dit in tegenstelling tot elektrische installaties, waarin doorgaans 70 oC PVC-isolatie...
Vermogensschakelaars hebben de gewoonte tijdens het onderbreken van grote stromen 'af te blazen'. Dit betekent dat de hete gassen die bij de onderbreking als een gevolg van de lichtboog in de vermogensschakelaar ontstaan, uit de schakelaar vrijkomen.
Momenteel wordt er hard gewerkt aan de vervanger van de huidige Machinerichtlijn, namelijk de Machineverordening. Maar waarom is dit nodig en wat gaat er veranderen? Daarover meer in dit artikel.
Voor de buitenkant van het verdeelsysteem moet minimaal IP2X aangehouden worden. Voor plaatsing in een ‘buitenomgeving’ wordt minimaal IPX3 vereist.
De EN-IEC 61439-1 geeft aan dat de interne bedrading de verantwoordelijkheid van de fabrikant is. Deze moet zorgen dat de stroomvoerende verbindingen en de daarbij behorende isolatie en/of ondersteuningen niet aan schadelijke veroudering ten gevolge van abnormale temperatuurwisselingen en trillingen...
De afgelopen jaren zijn er veel normen en richtlijnen ontstaan. Parallel hieraan ontstonden veel systemen en trajecten voor kwaliteitszorg. Ze beogen het waarborgen van een constante kwaliteit van het geleverde product. Hoe goed die doelstelling ook is, men kan zich afvragen of het beoogde doel wordt...