Elektriciteit wordt minder gevaarlijk als veiligheidsmaatregelen beter worden nageleefd. In theorie is de wet- en regelgeving rond veiligheid sluitend. Denk vooral aan de allesomvattende Arbeidsomstandighedenwet en de NEN 3140, NEN 3840 en NEN-EN 50110. Ongevallen met elektriciteit zouden in de praktijk...
Er moet worden beschreven waar een gevaarlijke explosieve atmosfeer kan voorkomen. Daarbij is er verschil tussen de gebieden binnen en buiten de installatieonderdelen.
Meningsverschillen en zelfs civiele procedures tussen de verzekeraar en de verzekerde ontstaan vaak door interpretatieverschillen over de uitleg van de polisvoorwaarden van de brandverzekeringen en de daarbij behorende verzekeringsclausule NEN 1010.
Als het gaat om de capaciteit van ventilatie worden verschillende termen gehanteerd.
Bij het opstellen van gevarenzone-indelingen in het geval van gasontploffingsgevaar worden de aanduidingen gebruikt zoals in de afbeelding hieronder.
Een gevaarlijke explosieve atmosfeer kan ook door verdunning van de zuurstof in de lucht in het binnenste van installaties of van de brandstof met chemisch niet-reactieve stoffen (inerte stoffen) worden vermeden. Deze voorzorgsmaatregel wordt inertisering genoemd. Voor het uitvoeren van deze voorzorgsmaatregel...
Bij het opstellen van gevarenzone-indelingen in het geval van stofontploffingsgevaar worden de aanduidingen gebruikt uit onderstaande afbeelding.
Na het onderkennen van de gevarenbronnen is het vaststellen van de aanwezige ventilatie in de omgeving van de gevarenbron de volgende stap. Bij gasontploffingsgevaar kan worden gekeken naar de situaties uit de linkerkolom van de tabel.
Na het onderkennen van de gevarenbronnen is het vaststellen van de aanwezige ventilatie in de omgeving van de gevarenbron de volgende stap. Bij stofontploffingsgevaar kan worden gekeken naar de situaties uit de rechterkolom van de tabel.
Accumulatorbatterijen zijn gevuld met elektrolyt. Als gevolg van het elektrolytisch proces moet er bij het gebruik van acculaadstations rekening mee worden gehouden dat in de accumulatorbatterijen tijdens het laden, druppelladen en overladen zowel zuurstof als waterstofgas wordt ontwikkeld.