Van welke kortsluitstroom moet ik uitgaan bij het bepalen van de automaatkeuze?
Hoeveel aardlek-eindgroepen (elke groep een eigen aardlek) mogen maximaal achter een hoofdschakelaar van 2 x 40 Ampère?
In dit artikel worden diverse typen aardlekschakelaars behandeld maar eerst zal een toelichting worden gegeven op het aspect automatische uitschakeling van de voeding.
In deel 5 van de NEN 1010 zijn alle uitwendige invloeden opgenomen. Waar mogelijk zijn ze gekoppeld met een beschermingsmaatregel. Voor het ontwerp van een installatie is het noodzakelijk de uitwendige invloed vast te leggen.
Geluidsinstallaties moeten voldoen aan de NEN 1010. Dit is af te leiden uit de bepalingen 11.1 en 11.2. Een geluidsinstallatie is een elektrische installatie die kan voorkomen in gebouwen of op terreinen en die bestaat uit stroomketens met een nominale wisselspanning van hoogste 1000 Volt. In blad 8...
Een transformator wordt toegepast voor het verhogen of verlagen van een wisselspanning en/of voor het galvanisch scheiden van stroomkringen. In dit artikel meer over de gewikkelde transformator.
Ten aanzien van verplaatsbare elektrische apparaten moeten volgens de NEN 3140 de volgende zaken worden gemeten en/of beproefd, voor zover van toepassing:
In de praktijk ziet men vaak dat leidingen bestemd voor verlichting niet eindigen in dozen maar gewoon met de buis uit de muur komen, denk aan buitenverlichting en bijvoorbeeld verlichting onder overkappingen. Is het toegestaan om leidingwerk zonder einddoos aan te leggen of moet er altijd geëindigd...
Is er in de NEN 1010 of de NPR opgenomen dat er een minimale maat geldt voor het aanbrengen van wandcontactdozen vanaf de afgewerkte vloer?
Voor leidingen is er een internationaal coderingssysteem bestaande uit negen gegevens. De codering is als volgt: H = geharmoniseerd leidingtype A = erkend nationaal type 03 = U0/U = 300/300 V 05 = U0/U = 300/500 V 07 = U0/U = 450/750 V De gegevens bij de cijfers 3, 4 en 5 zeggen iets over de constructie...