Indien een verdeelsysteem niet door het uitvoeren van temperatuurtesten wordt geverifieerd, maar door berekeningen, geeft het voorschrift aanwijzingen voor de interne kabeldoorsnede.
In schakel- en verdeelsystemen voeren ingebouwde (schakel) componenten, alsmede interne bedrading en eventueel aanwezige railsystemen, stroom. Hierdoor ontstaat dissipatie I2R: warmte ontwikkeling die leidt tot temperatuurstijgingen.
Een goed thermisch ontwerp houdt in dat wordt voldaan aan de basiseis, namelijk dat de temperaturen bij normale bedrijfsomstandigheden niet hoger worden dan maximaal volgens de norm toegestaan.
Indien de ingebouwde componenten zijn bedraad met PVC-geïsoleerd installatiedraad, mag de maximale temperatuur van deze draad niet worden overschreden. Vaak wordt er binnen verdeelsystemen met 90 oC PVC-draad gewerkt (dit in tegenstelling tot elektrische installaties, waarin doorgaans 70 oC PVC-isolatie...
Vermogensschakelaars hebben de gewoonte tijdens het onderbreken van grote stromen 'af te blazen'. Dit betekent dat de hete gassen die bij de onderbreking als een gevolg van de lichtboog in de vermogensschakelaar ontstaan, uit de schakelaar vrijkomen.
Volgens de tabel waarin de continustromen staan voor railkoper (gebaseerd op de DIN 43761) wordt een luchttemperatuur van 35°C en een railtemperatuur van 65°C weergegeven. Daarbij wordt een correctiediagram gegeven (K2 waarde bij bepaalde rail/luchttemperatuur). Wat is de railtemperatuur en hoe bepaal...
Alle te volgen onderhoudsprocedures moeten zijn goedgekeurd door de installatieverantwoordelijke. Wanneer aan de elektrische installatie onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd, moet duidelijk zijn aangegeven:
Onderstaand volgen tabellen met opties voor installatiewijzen F Montagedraad bij 70 oC en 90 oC.
Onderstaand volgen tabellen met opties voor installatiewijzen B1 Montagedraad bij 70 oC en 90 oC.
Onderstaand volgen tabellen met opties voor installatiewijzen G Montagedraad bij 70 oC en 90 oC .
- Vorige pagina
- You're on page 1
- 2