Organisatorische maatregelen om elektrische risico’s te beperken, zijn:
Een elektrische installatie moet veilig worden opgeleverd en vervolgens tijdens het gebruik veilig worden gehouden. Het doel van een inspectie is controleren of de installatie voldoet aan de technische voorschriften en veiligheidsvoorschriften, zoals omschreven in de desbetreffende normen.
De frequentie waarmee een elektrische installatie moet worden geïnspecteerd kan worden bepaald door onder andere:
Bij een verdeelsysteem dient men een minimale hoeveelheid gegevens te verschaffen, die op het in de kast bevestigde typeschild of in de bijgeleverde technische informatie moeten worden vermeld.
Bij de bepaling van de plaats en het aantal schakel- en verdeelinrichtingen moet worden gekeken naar:
Nadat een NEN 1010- of NEN 3140-inspectie van een elektrische installatie is uitgevoerd zal een rapport moeten worden opgesteld, met daarin onder andere de geconstateerde afwijkingen. Dit artikel geeft aan hoe zo’n inspectierapport kan worden opgebouwd.
Veel bedrijven vragen bij verschillende installateurs en inspectiebureaus een offerte aan voor een NEN 3140-inspectie van de elektrische installatie. Meestal wordt op grond van de goedkoopste prijs gegund, waarbij gedacht wordt dat de uitgebrachte offertes vergelijkbaar zijn. Maar is dit wel zo?
Werkzaamheden in en nabij een elektrische installatie moeten spanningsloos worden verricht volgens het Arbobesluit. Soms is dit echter onmogelijk. Bijvoorbeeld wanneer een accuklem van een accu moet worden geschroefd; een accu is namelijk niet spanningsloos te maken. Of als moet worden gemeten in een...
Naar aanleiding van het artikel over stroomstelsels, heb ik een vraag over het aanpassen van een TN-C stelsel naar een TN-C-S stelsel.
Ik kom met de keuringen van PV installaties tegen die de ene keer wel en de andere keer niet achter een aardlekbeveiliging zitten. In mijn beleving moeten deze altijd achter een aardlek of Alamat (aardlekautomaat) worden aangesloten. Is dit correct?