In de eerdere edities van de NEN 1010 was opgenomen dat maximaal 4 eindgroepen achter een aardlekbeveiliging mochten worden geïnstalleerd. In de NEN 1010:2020 staat dat de kans op het ongewenst aanspreken van de aardlekbeveiliging moet worden beperkt.
Ik heb een hoofdverdeelinrichting waar rechtstreeks vanuit railkast de voedende kabel van een onderverdeling is aangesloten. De voedende kabel zit dus in principe rechtstreeks op de hoofdzekeringen( 3x160A).
Deze berekening is van belang om te kunnen beoordelen of voldaan is aan de eisen ten aanzien van de bescherming tegen elektrische schok (in een TN-stelsel). Ook de bescherming tegen kortsluiting van leidingen, oftewel de thermische belastbaarheid, kan met de berekende gegevens worden beoordeeld.
Hieronder behandelen we deze laatste vorm van verstoring van de voedende spanning: de overspanningen. In deel 1 van de NEN 1010 ‘Fundamentele uitgangspunten’ staat dat personen, levende have en bezittingen moeten zijn beschermd tegen het gevaar voor verwonding of schade als gevolg van overspanningen,...
Naast de vele bepalingen en informatie over de beveiliging tegen overspanning, is in rubriek 445 van de NEN 1010 ook iets opgenomen over de beveiliging tegen onderspanning. Een onderspanning kan ontstaan door storingen in het voedende net, of door grote inschakelstromen.