In dit artikel worden diverse typen aardlekschakelaars behandeld maar eerst zal een toelichting worden gegeven op het aspect automatische uitschakeling van de voeding.
In deel 5 van de NEN 1010 zijn alle uitwendige invloeden opgenomen. Waar mogelijk zijn ze gekoppeld met een beschermingsmaatregel. Voor het ontwerp van een installatie is het noodzakelijk de uitwendige invloed vast te leggen.
Een transformator wordt toegepast voor het verhogen of verlagen van een wisselspanning en/of voor het galvanisch scheiden van stroomkringen. In dit artikel meer over de gewikkelde transformator.
Ook bij gelijkspanning spelen er allerlei kwaliteitsaspecten van zowel spanning als stroom.
De inpassing van decentrale opwekkers in de installaties en netten vergt enige aandacht. Er moet worden geanalyseerd in hoeverre de capaciteit van de opwekkers de capaciteit van de installatie en netten niet overschrijdt. Ook de grenzen van het spanningsniveau en andere power quality aspecten moeten...
De spanning is op diverse manieren te regelen. Bij een al ontworpen net of installatie is de impedantie niet meer te variëren. Wel kan nog worden gekeken naar regelbare transformatoren, belastingsregelingen of regeling van de opwekkers.
Voor leidingen is er een internationaal coderingssysteem bestaande uit negen gegevens. De codering is als volgt: H = geharmoniseerd leidingtype A = erkend nationaal type 03 = U0/U = 300/300 V 05 = U0/U = 300/500 V 07 = U0/U = 450/750 V De gegevens bij de cijfers 3, 4 en 5 zeggen iets over de constructie...
De maximale thermische belasting van een leiding bij kortsluiting kan worden bepaald door de formule: t = de tijd dat de kortsluitstroom loopt k = een factor waarin de materiaaleigenschappen (isolatie, kernmateriaal) zijn verwerkt A = de doorsnede van de betreffende geleider I = de effectieve kortsluitstroom...
Bij beveiliging van leidingen tegen overbelasting moet worden gekeken naar het toegepaste beveiligingstoestel. Als het beveiligingstoestel en de uitschakelkarakteristiek hiervan (afgestemd op de bedrijfstroom) bekend is, dan kan de benodigde maximaal toelaatbare stroom van de leiding (IZ) worden bepaald....
Voor de grotere bedrijfsstromen kan het nodig zijn een aantal leidingen parallel te schakelen. Er zijn twee mogelijkheden om deze leidingen te beveiligen: een gemeenschappelijke beveiliging aan het begin van de leidingen, of een beveiliging van de leidingen afzonderlijk. Bij beide zijn er verschillende...