Bij de installatie en de aansluiting van elektrische leidingen in gebieden met gasontploffingsgevaar, moet aan verschillende aspecten aandacht worden besteed.
Bij ingegoten elektrisch materieel worden delen die een explosiegevaarlijke atmosfeer kunnen ontsteken zo ingebed in een ten opzichte van omgevingsinvloeden voldoende weerstand biedende gietmassa, dat deze atmosfeer noch door vonken noch door verhitting binnen het gegoten omhulsel ontstoken kan word...
Zoals uit de omschrijving van de categorieën hieronder blijkt, zijn er verschillen zijn in betrouwbaarheid wat betreft het in stand blijven van het veiligheidsniveau.
Motoren moeten tegen hoge oppervlaktetemperaturen worden beveiligd.
In de NEN-EN 13463-5, Niet-elektrisch materieel bestemd voor gebruik op plaatsen waar explosiegevaar kan heersen - Deel 5: Bescherming door constructieveiligheid „c” zijn eisen opgenomen voor niet-elektrisch materieel met bescherming door constructieveiligheid.
Bij de installatie van intrinsiek veilige stroomketens moet voor de installatie worden uitgegaan van een fundamenteel verschillend principe. Vergeleken met alle andere installatietypen is deze bescherming zo ontworpen, dat een gevaarlijk mengsel niet tot ontsteking kan worden gebracht.
Lege drukvaste omhulsels die als onderdeel zijn gecertificeerd, mogen alleen worden gebruikt als het certificaat voor het totale samengestelde materieel specifiek verwijst naar de andere delen die zich dan in het omhulsel bevinden.
Bij elektrisch materieel met inwendige overdruk wordt het binnendringen van een explosiegevaarlijke atmosfeer in de behuizing van elektrische apparatuur verhinderd door in de behuizing een veiligheidsgas op een geringe overdruk te houden ten opzichte van de omgevende atmosfeer. Veiligheidsgas kan lucht,...
Bij elektrisch materieel met verhoogde veiligheid zijn maatregelen getroffen die met een verhoogde mate van veiligheid ontoelaatbaar hoge temperaturen, vonken en lichtbogen moeten voorkomen in het inwendige of aan delen aan de buitenzijde van het materieel (zie afbeelding).
Omhulsels die blanke actieve delen bevatten, moeten een beschermingsgraad hebben van ten minste IP54. Daarentegen moeten omhulsels die slechts geïsoleerde delen bevatten een beschermingsgraad van ten minste IP44 hebben.