Bij de installatie en de aansluiting van elektrische leidingen in gebieden met gasontploffingsgevaar, moet aan verschillende aspecten aandacht worden besteed.
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de normen met betrekking tot ATEX 153. En daarnaast ook een korte samenvatting van die normen.
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de normen met betrekking tot de ATEX 114. Daarnaast wordt ook een korte samenvatting gegeven van de inhoud.
De ATEX-richtlijnen zijn vernoemd naar de atmosphères explosibles, de explosieve atmosferen. Met het woord atmosfeer wordt de lucht op de werkplek bedoeld. In deze atmosfeer kan een brandbare stof, damp, gas of nevel zich vermengen met de zuurstof uit de lucht.
Bij ingegoten elektrisch materieel worden delen die een explosiegevaarlijke atmosfeer kunnen ontsteken zo ingebed in een ten opzichte van omgevingsinvloeden voldoende weerstand biedende gietmassa, dat deze atmosfeer noch door vonken noch door verhitting binnen het gegoten omhulsel ontstoken kan word...
Zoals uit de omschrijving van de categorieën hieronder blijkt, zijn er verschillen zijn in betrouwbaarheid wat betreft het in stand blijven van het veiligheidsniveau.
Motoren moeten tegen hoge oppervlaktetemperaturen worden beveiligd.
In de NEN-EN 13463-5, Niet-elektrisch materieel bestemd voor gebruik op plaatsen waar explosiegevaar kan heersen - Deel 5: Bescherming door constructieveiligheid „c” zijn eisen opgenomen voor niet-elektrisch materieel met bescherming door constructieveiligheid.
Bij de installatie van intrinsiek veilige stroomketens moet voor de installatie worden uitgegaan van een fundamenteel verschillend principe. Vergeleken met alle andere installatietypen is deze bescherming zo ontworpen, dat een gevaarlijk mengsel niet tot ontsteking kan worden gebracht.
Lege drukvaste omhulsels die als onderdeel zijn gecertificeerd, mogen alleen worden gebruikt als het certificaat voor het totale samengestelde materieel specifiek verwijst naar de andere delen die zich dan in het omhulsel bevinden.