Een beschermingsleiding in het verdeelsysteem moet zo zijn ontworpen dat deze bestand is tegen de hoogste thermische en dynamische belastingen die ter plaatse van de installatie kunnen optreden.
Momenteel wordt er hard gewerkt aan de vervanger van de huidige Machinerichtlijn, namelijk de Machineverordening. Maar waarom is dit nodig en wat gaat er veranderen? Daarover meer in dit artikel.
Voor de buitenkant van het verdeelsysteem moet minimaal IP2X aangehouden worden. Voor plaatsing in een ‘buitenomgeving’ wordt minimaal IPX3 vereist.
De EN-IEC 61439-1 geeft aan dat de interne bedrading de verantwoordelijkheid van de fabrikant is. Deze moet zorgen dat de stroomvoerende verbindingen en de daarbij behorende isolatie en/of ondersteuningen niet aan schadelijke veroudering ten gevolge van abnormale temperatuurwisselingen en trillingen...
Bij een verdeelsysteem dient men een minimale hoeveelheid gegevens te verschaffen, die op het in de kast bevestigde typeschild of in de bijgeleverde technische informatie moeten worden vermeld.
De titel van de EN-IEC 61439 is ‘laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen’. Dit voorschrift vervangt de NEN-EN-IEC 60439, die formeel in 2014 werd ingetrokken als gerefereerde norm in de Laagspanningsrichtlijn en de EMC-richtlijn.
Bij de bepaling van de plaats en het aantal schakel- en verdeelinrichtingen moet worden gekeken naar:
De afgelopen jaren zijn er veel normen en richtlijnen ontstaan. Parallel hieraan ontstonden veel systemen en trajecten voor kwaliteitszorg. Ze beogen het waarborgen van een constante kwaliteit van het geleverde product. Hoe goed die doelstelling ook is, men kan zich afvragen of het beoogde doel wordt...
Laagspanningsschakel- en -verdeelinrichtingen moeten net als alle andere producten die op de markt worden gebracht voldoen aan Europese wetgeving. Dat een product voldoet aan deze wetgeving en als zodanig met het CE-merkteken gemarkeerd mag worden is een verantwoordelijkheid van de fabrikant die het...
In installaties is het, met het oog op de optredende verwarming en het dimensioneren van het railsysteem en de voeding, noodzakelijk te weten hoe groot de som van de stromen van de afgaande velden / groepen kan zijn.