Geluidsinstallaties moeten voldoen aan de NEN 1010. Dit is af te leiden uit de bepalingen 11.1 en 11.2. Een geluidsinstallatie is een elektrische installatie die kan voorkomen in gebouwen of op terreinen en die bestaat uit stroomketens met een nominale wisselspanning van hoogste 1000 Volt. In blad 8...
In de bijlage 52.B van NEN 1010:2015 staat in 52.B.3 dat bij de aanleg van kabels in de grond rekening moet worden gehouden met de warmteweerstand van de grond. In de norm wordt standaard uitgegaan van een warmteweerstandscoëfficiënt van 2,5 K۰m/W.
Bij het opstellen van gevarenzone-indelingen in het geval van gasontploffingsgevaar worden de aanduidingen gebruikt zoals in de afbeelding hieronder.
Bij het opstellen van gevarenzone-indelingen in het geval van stofontploffingsgevaar worden de aanduidingen gebruikt uit onderstaande afbeelding.
Het belangrijkste deel van een aardingsinstallatie zit boven de grond. De lay-out van de aardingsbekabeling bepaalt hoofdzakelijk de kwaliteit van het aardingssysteem. Hoe groter het systeem wordt, hoe meer het accent op deze bovengrondse lay-out komt te liggen.
In een installatie wordt een grote asymmetrie gemeten die weergegeven is in onderstaande afbeelding. De spanningsvariatie is groot en ook is te zien dat er gelijktijdig met alle drie de fasespanningen iets gebeurt. Maar als er één scherp daalt, stijgen de twee andere. Dit is een duidelijk voorbeeld van...
Bij meting blijkt dat er wel een symmetrische belasting is, maar dat er door twee parallelle kabels toch grote stroomverschillen zijn. In onderstaande afbeelding is schematisch een kabelsysteem weergegeven van acht eenaderige kabels. De kabels verbinden de transformator en een hoofdverdeelinrichtin...