kan aardlekbeveiliging een oplossing zijn. Lees hier meer over aardlekschakelaars. Lengte leidingenDe lengte van leidingen speelt eveneens een belangrijke rol bij aarding. Wanneer leidingen te lang zijn, leidt dit tot teveel weerstand in het circuit. De stroom wordt te laag waardoor de beveiliging misschien niet op tijd uitschakelt. “In de NEN 1010 is in tabellen aangegeven wat de maximale
;aardelektrode (zie afbeelding b) wordt de draad met behulp van een indrijfbuis in de grond aangebracht. Tijdens het indrijven van de elektrode kan bij elke lengte de verspreidingsweerstand worden gemeten. Een grafiek kan de meetresultaten weergeven. Dit is te zien in onderstaande afbeelding.Verloop van verspreidingsweerstand.De grafiek laat op een diepte van 12 m een knik zien. Op deze diepte is een
vereiste afstanden tussen de ondersteuningen. De stugheid van de leidingen is maatgevend voor de afstand van de aan te brengen ondersteuningen zoals beugels en zadels.Volgens bepaling 522.8.4 van NEN 1010 moeten leidingen die niet over de gehele lengte worden ondersteund, met daarvoor geschikte hulpmiddelen op passende afstanden deugdelijk worden ondersteund zodat zij niet door hun eigen gewicht worden
te krijgen. De lengte van een leiding wordt dan niet meer bepaald door het criterium ‘bescherming tegen indirecte aanraking’.Toepassing van een 0,3 A aardlekschakelaar.Aan de toepassing van aardlekbeveiliging zijn nog wel een aantal randvoorwaarden verbonden, zoals onder andere:•Als een installatie bijvoorbeeld bestaat uit 2 of meer eindgroepen dan mag de gehele installatie niet
bliksembeveiliging geprojecteerd. Als we uitgaan van een bliksembeveiliging van de beveiligingsklasse IV (LPL IV), is de afstand tussen de afgaande leidingen 20 m. Het bijbehorende opvangnetwerk op het dak is dan opgebouwd uit vermaasd koperdraad met een maaswijdte van 20 ∙ 20 m.Normaal zijn de afgaande leidingen van een bliksembeveiliging gemaakt van koperdraad met een diameter van 8 mm (50 mm2
verbinding tussen beide leidingen aanwezig is.Bij de aan- en afvoerleidingen van een cv-radiator mag de onderlinge verbinding achterwege blijven indien via de koppelingen en de radiator een deugdelijke elektrische verbinding tussen beide leidingen aanwezig os.Breng een buis aan tussen de (las)doos met het centraal aardpunt en de centraaldoos in de badruimte. Breng in deze buis met een groen/gele
vereffeningsleidingen moeten grote lussen met de DC-leidingen worden voorkomen. Deze leidingen moeten dus parallel aan de plus- en mingeleider lopen, bij voorkeur in dezelfde kabelgoot met inachtneming van enige ruimte tussen de kabels (het liefst met een middenschot er tussen) om de voortplanting van parallelle vlambogen tegen te gaan. Voorkomen van grote lussen bij aanleg van DC
wordt aangelegd waarbij onnodige stromen door deze leidingen worden voorkomen. Dit betekent ook dat de toepassing van het PEN-systeem (TN-CS stelsel) niet moet plaatsvinden. Toepassing van de PEN-leiding vergroot de kans op storingen.In dit onderdeel wordt het aardingsconcept beschreven. Hierbij komen aan bod:•ontwerpcriteria voor het aardingssysteem;•de aardelektrode;&bull
kom je tegen: 411.3.1.2 - Beschermende vereffening In elk gebouw moeten de aardleiding, de hoofdaardklem en de volgende geleidende delen met de beschermende vereffening zijn verbonden: a. metalen leidingen voor inpandige voorzieningen, bijvoorbeeld gas en water;b. vreemde geleidende delen van de gebouwconstructie indien deze tijdens normaal gebruik bereikbaar zijn; c. metalen centrale
bepaling genoemde eisen aanwezig is, namelijk in elk gebouw moeten de aardleiding, de hoofdaardrail of -klem en de volgende geleidende delen met de beschermende vereffening verbonden zijn met onder andere: •Metalen leidingen voor inpandige voorzieningen, bijvoorbeeld gas en water;•Vreemde geleidende delen van de gebouwconstructie indien deze tijdens normaal gebruik bereikbaar zijn, metalen
- Vorige pagina
- You're on page 1
- 2